Het ‘plotselinge’ succes van Herman Cain is een dankbaar frame voor close readers van de Republikeinse strijd om de nominatie. Nadere bestudering van de polls leert echter dat van plotseling eigenlijk geen sprake is en dat een alternatieve lezing mogelijk is voor Cains successen. De winst in de polls is niet per se zijn verdienste, maar het gebrek bij de rest van het veld daar iets aan te doen. Anders gezegd: Cain stijgt niet boven het maaiveld uit omdat-ie zich uitrekt, maar omdat het maaiveld om hem heen daalt.
Kijk maar naar de cijfers bij Gallup, waar ze niet alleen aanhang meten, maar ook de emotie van die aanhang. In alles blijkt de man gemiddeld. Hij is niet vextreem bekend of onbekend, niet extreem bemind of onbemind. Zijn aanhangers verdelen zich keurig over de categorieën waarmee Gallup kandidaten kleurt: Extreem mogen: 34 procent (toegegeven, daar scoort Cain verreweg het hoogste van alle andere kandidaten, zie afbeelding). Maar in andere categorieën is Cain toch vooral middelmaat. Gewoon mogen: 42 procent. Niet mogen: 12 procent. Weerzin: 1 procent. Als we de database vragen elke categorie voor ons te ordenen (hoogste bovenaan, laagste score onderaan de tabel), dan meandert Cain zo’n beetje midden in de tabel. Echt van zijn plek komt-ie niet – gewoon mogen, niet mogen en weerzin: Cain komt niet van de achtste plaats af.
Dat is een lastige positie. Verkiezingen win je namelijk zelden op alleen maar aanhangers die erg van je gecharmeerd zijn. Je zult ook mensen voor je moeten winnen die niet zo laaiend enthousiast zijn of misschien je (nog) niet helemaal zien zitten. Dàt zijn de stemmen waarmee je het gat tussen ‘lieveling’ en de uiteindelijke kandidatuur kan dichten. De vraag is niet zozeer hoe Herman Cain dit gaat doen, maar wat het veld om hem heen laat liggen waardoor het Cain overkomt.
Cain scoort namelijk heel constant. Sinds het moment dat hij zich in de strijd mengt, scoort hij op de manier waarop hij nu doet. Om hem heen zijn campagnes geïmplodeerd, glijden kandidaten uit. Altijd (zie afbeelding) rechts in de hoek: tweederde van de ondervraagden kent hem en die vinden hem allemaal best een toffe peer. Ver van de rest verwijderd die elkaar de tent uitvechten. De vraag is of dat genoeg is om de handschoen tegen Obama op te nemen. Want wat is dat, om in sporttermen te spreken, een prachtig affiche zijn. <<
De verklaring voor het succes van Cain is betrekkelijk eenvoudig. Ongeveer 65% van de Republikeinse achterban sympathiseert met de Tea Party, en wil graag een onvervalste small-government conservative als President. Herman Cain is de enige kandidaat die hiervoor in aanmerking komt. Cain spreekt al sinds 2009 op Tea Party rallies. De Tea Party kent Herman Cain, heeft veel respect voor zijn levensloop en prestaties, en vertrouwt hem. Cain is ook de sympathiekste en vriendelijkste kandidaat, en de enige die met een plan kwam. Cain gelooft in de American Dream, is altijd opgewekt, doet niet aan persoonlijke aanvallen, en laat immer een positieve indruk achter.
Bachmann komt uit dezelfde hoek als Cain, maar bij haar spelen de sociaal-conservatieve elementen een te grote rol. Bij de Tea Party gaat het niet om die zaken. Romney en Perry vertrouwt men niet, Santorum heeft geen charisma, Paul’s opvattingen over buitenlands beleid worden niet geaccepteerd, Huntsman is geen conservatief, en Gingrich is onverkiesbaar wegens zijn echtscheidingen. En dus wordt het Herman Cain. Het enige dat daar verandering in kan brengen is de algehele verkiesbaarheid van Cain. Als de onafhankelijke kiezers veel liever op Romney zullen stemmen, dan kan de achterban overwegen om niet Cain, maar Romney te nomineren. Het hoofddoel blijft een Republikeinse President en een meerderheid in Huis en Senaat.
Daarbij komt dat de bovenstaande positive-intensity van Cain van 34 punten uniek is… geen kandidaat heeft dat ooit behaald volgens GALLUP.
Dat is natuurlijk ook het geheim van Cain. Hij gedraagt zich als mens, en niet als robot. Dat herkent de achterban meteen, en naarmate men hem beter leert kennen zal zijn populariteit alleen maar groeien. Romney is de enige kandidaat die dit goed lijkt te begrijpen. Hij gaat daarom heel behoedzaam met Cain om, wetende dat hij straks Cain als vice-president moet kiezen, of kandidaat-vice-president wordt onder Cain.
Het was in elk geval goed voor Cain dat the Club for Growth en Paul Ryan (en die ene econoom die je al noemde) zich schaarde achter zijn 999-plan. Er zullen niet veel academische economen zijn die Cain’s plan goed vinden. Maar dat is vooral omdat het allemaal ideologische keynesianen zijn, zoals onze eigen Bas Jacobs cum suis die telkens in Nieuwsuur verschijnt.
Pingback: Herman Cain, de kandidaat voor de mannelijke Republikein « ElectionDeskUSA