JSF-industrie betaalt Congresleden

Zelden zijn de banden tussen industrie en politiek zo duidelijk zichtbaar als in de casus ‘JSF’. Als wij OpenSecrets moeten geloven, tenminste. En aan hun geloofwaardigheid zal na hun recentste onderzoek getwijfeld worden. Het is immers eenvoudiger de boodschapper van het (schokkende en slechte) nieuws om zeep te helpen dan de boodschap eens goed te bestuderen. En die luidt zo:

The primary contractors building the JSF — Lockheed MartinNorthrop GrummanBAE Systems and Pratt & Whitney — have contributed $326,400 to members of the JSF Caucus in the first year of the 2012 election cycle, according to a joint analysis of campaign finance data by the Center for Responsive Politics and the Project on Government Oversight(POGO).

Die JSF Caucus bestaat uit Congresleden Kay Granger (TX) en Norm Dicks (WA) – Republikein en Democraat. En beide winden er geen doekjes om: de JSF is absoluut noodzakelijk. Zeker nu China en Rusland (sic) al een nieuwe generatie gevechtsvliegtuigen testen, aldus beide Congresleden. Probleem: het testen van de JSF laat door uitstel en problemen nog wel even op zich wachten. En ten tijde van bezuinigingen komt zo’n duur project dan al snel in het vizier van zuunige collega-Congresleden. Het mag, wat hen betreft, in magere tijden wel een tandje minder.

Naast zuinigheid, zou jaloezie ook een reden kunnen zijn om de stekker uit het JSF-project te kunnen trekken. Leden van het pro-gevechtsvliegtuig-caucus krijgen volgens de onderzoekers van OpenSecrets significant meer donaties dan niet-leden. Het verschil is niet alleen significant, het is aanzienlijk:

In fact, thus far in the 2012 election cycle, the average member of the JSF Caucus has received nearly twice as much money ($706) from employees of the top four JSF contractors as the average House member who is not in the JSF Caucus ($387).

En de uitschieters? Juist: de voorzitters Granger en Dicks. Zij kregen respectievelijk $45.700 en $29.500 van de betrokken industrie. OpenSecrets voegt er cynisch aan toe dat diezelfde industrie daar natuurlijk geen Congresleden mee (om)koopt. En dat willen wij ook zeker niet suggereren. Granger en Dicks kunnen persoonlijk, oprecht overtuigd zijn van nut en noodzaak van de JSF. De Amerikaanse wetgeving staat toe dat bedrijven de (her)verkiezingscampagnes van individuele Congresleden financiert. Dus ook in dit geval. (Net als alternatieven overigens het recht hebben om dat te doen.)

In casu de JSF-casus gaat de geldstroom verder dan de financiering van de individuele campagnes. Er zijn voor Congresleden in de JSF-caucus ook banen in hun thuisstaten en niet, zoals Lockheed berekende, voor heel Amerika. Zo zijn twaalf van de caucus-leden afkomstig uit Texas – na Californië de staat die de meeste JSF-banen krijgen toebedeeld. Mocht u overigens twijfelen aan de macht van lobbyisten in het Amerikaanse bestel, laat u dan overtuigen door de huidige minister van Defensie, Leon Panetta in een interview met Washington Post-journalist Robert Kaiser (voor diens So Damn Much Money):

The lobbyists go from reception to reception with checks in their breast pockets, handing them out to the potential favor-givers, with the latter fully understanding that the time will come when a favor will be sought.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *