Journalisten hebben het er maar moeilijk mee. Met types als Newt Gingrich. Ook de achterban wordt niet altijd begrepen. Hoe kan het dat mister establishment, de voormalig speaker of the House zich met succes kan positioneren als politieke buitenstaander? En hoe kan het dat de erkend schuinsmarcheerder de favoriet is van de conservatieve vleugel van de GOP? Schiet mij maar lek. Ik begrijp het niet.
Hoewel? Het christelijke geloof geeft mensen graag een tweede kans. Zoals Gingrich het onlangs zelf zei: ‘Ik mijn leven gebeterd, heb God om vergeving gevraagd. En het oordeel over mijn handelen is nu in zijn handen” Daarmee ook de boodschap afgevend: het is nu tussen God en mij. En daar mag/gaat u zich niet meer mee bemoeien.
Ongetwijfeld speelt ook mee dat Mitt Romney mensen niet in hun hart weet te raken. Men loopt niet warm voor die Ken met het verkeerde geloof. Die Mormonen met die veelwijverij, dat zijn toch rare jongens. Goed, onze Newt heeft weliswaar moeite met de huwelijkse trouw. Maar Newt is wel van het juiste geloof en ondanks alles met maar één vrouw tegelijk getrouwd. Zoiets moet de achterban denken.
En dan is nog iets wat Gingrich bindt met zijn achterban. De afkeer van journalisten, vooral van die latte drinking liberal east-coast ego’s. En het zijn juist de media die hem met liefde confronteren met zijn verleden. Maar de jongens van het volk slaan tegenwoordig terug en hard ook. CNN hotshot John King kan er over meepraten. Hij werd volledig door Gingrich afgedroogd toen hij begon over uitspraken van voormalig mevrouw Gingrich. Zij vertelde eerder aan ABC News dat Newt een verhouding had tijdens hun huwelijk en daarom pleitte voor een ‘open’ huwelijk. Tijdens de publieke oorwassing van King klapte, joelde en smulde het publiek. De CNN-anchor stond erbij en stamelde nog wat. Dat had hij niet verwacht….sta je daar de kritisch macht te controleren…gaat het publiek achter de macht staan.
In Nederland was het Fortuyn die als eerste de media pontificaal aanviel. En dat maakte ook hem alleen maar populairder. Ach mens, gaat toch koken, is zijn bekendste uitspraak in dat genre.
Opvallend was wel dat King nauwelijks weerwoord had. Hij was een gewaarschuwd man. Want Gingrich past deze gevechtstechniek wel vaker toe. Zo kreeg in Iowa Chris Wallace van FoxNews een verbale dreun. King had kunnen zeggen: ik vind het niet belangrijk, maar uw conservatieve achterban waarschijnlijk wel. En was het niet u, die de leiding nam in de impeachment van Bill Clinton vanwege de Monica Lewinski-affaire. Kortom, ik confronteer u alleen maar met uw eigen normen en waarden. Maar goed, dat deed King niet. Amerikaanse journalistieke grootheden zijn dus ook maar van vlees en bloed. Erger me sowieso al vaak aan de verering van de Nederlandse media van de Amerikaanse collega’s. Een deerniswekkend verschijnsel dat iedere vier jaar terugkeert. De meeste verschillen zijn te verklaren door de één allesbepalende factor: te weten geld. Maar dat terzijde.
Het is een fraai koppel populisten en journalisten. Ze hebben elkaar o zo hard nodig. De één wil zijn boodschap kwijt en de ander ‘verkoopt’ goed door de krasse uitspraken van de eerste. Daarnaast is er de wederzijdse verachting. ‘De media’ is voor populisten een onderdeel van de linkse-elite en daardoor een geliefd doelwit. Voor met name columnisten zijn populisten juist weer de ideale objecten voor een ‘stukje’ minachting. En zo dansen de twee menssoorten een fraaie pas de deux. In de VS leidt Gingrich voorlopig de dans met de media.
Joost Vullings is werkzaam op de Haagse redactie van de NOS. Hij is liefhebber van de Amerikaanse politiek, maar bovenal een watcher van de Nederlandse politiek. Joost zal tijdens de race naar het Witte Huis voor ElectiondeskUSA geregeld de Amerikaanse politiek beschouwen vanuit Haags perspectief. Ook is Vullings onderdeel van Longbridge. Een muzikaal project met als doel het verenigen van politiek en Dance-muziek. Politiek op beats, dat is het idee. Dit jaar gaat Longbridge los op de Amerikaanse presidentverkiezingen.
“Hoe kan het dat mister establishment, de voormalig speaker of the House zich met succes kan positioneren als politieke buitenstaander? En hoe kan het dat de erkend schuinsmarcheerder de favoriet is van de conservatieve vleugel van de GOP? Schiet mij maar lek. Ik begrijp het niet.”
Het is niet zo moeilijk te begrijpen. Van de vier overgebleven kandidaten lijkt Gingrich nog het meest op een conservatief. Hij is het niet, maar hij weet af en toe een conservatief geluid te produceren. Dergelijke geluiden, alsmede zijn aanval op John King tijdens aan het begin van het CNN-debat, doen de achterban denken aan conservatisme.
Gingrich heeft een zeer grote verdienste, waarvoor hij veel respect verdient: In de jaren ’90, onder President Clinton, is hij erin geslaagd een niet onaanzienlijk deel van de federale overheid te saneren. Zo kwam er een einde aan het fenomeen ‘langdurige bijstandstrekker’ (‘welfare queens’), omdat voor structureel werklozen desnoods speciale gemeentebanen werden geschapen om ze weer aan het werk te krijgen. Ook was Gingrich in staat sluitende begrotingen door het Congres te krijgen. President Clinton was na verloop van tijd zo verstandig aan deze maatregelen mee te werken, en zo werd het presidentschap van Clinton een groot succes. Dit had nooit kunnen gebeuren zonder Gingrich. Ouderen associeren Gingrich nog steeds met wat hij heeft gedaan onder Clinton.
Het grootste deel van de Republikeinse achterban bestaat uit mainstream conservatives, die weinig moeten hebben van RINO’s, neo-conservatieven of sociaal-conservatieven van het type Santorum. Zij zijn niet tegen de overheid of tegen uitgaven voor sociale zekerheid e.d., maar willen niet dat hun belastinggeld wordt verspild, zijn tegen het maken van grote schulden, willen dat bestaande immigratiewetten worden uitgevoerd, zijn voor de ‘melting pot’ en tegen politiek multiculturalisme, en zien het liefst dat de federale overheid zo klein mogelijk blijft. Ze zijn ook federalistisch ingesteld, dat wil zeggen dat de federale overheid zich niet moet bemoeien met hetgeen de staten of andere overheden zelf kunnen doen.
Van vier overgebleven kandidaten (het zijn er meer dan vier, maar van de rest horen we weinig) is van Romney niet duidelijk wat hij nu precies is, is Paul de vertegenwoordiger van Old Right, en maakt de sociaal-conservatief Santorum als persoon de indruk niet sterk genoeg te zijn voor het ambt. Paul is libertarier, en Romney en Santorum zijn big-government Republicans. Blijft over Gingrich. Het prive-leven van Gingrich kun je negeren of wegrationaliseren wanneer je van hem de retoriek hoort die je herkent en graag zou willen horen van de presidentskandidaat. Gingrich is echter geen Reagan, en zeker geen Coolidge. Er is echter niets anders. Men stelt zich daarom op achter de meest conservatieve kandidaat waarvan men denkt dat die nog verkiesbaar is.
De beste kandidaat voor de Republikeinse achterban was Herman Cain. Dat was een onverdachte conservatief, die voor iedereen acceptabel was. Helaas bleek Cain niet sterk genoeg, maar de periode waarin hij in de polls aan de leiding ging wekte Cain bij de achterban een mate van enthousiasme op dat we bij andere kandidaten nooit hebben gezien. Daarmee was Cain een enorme bedreiging voor zowel de overige kandidaten als voor het partij-establisment. Cain heeft een aantal malen gezinspeeld op het bestaan van een georganiseerde actie om hem ten val te brengen. Het zou me niet verbazen wanneer die speculatie een kern van waarheid heeft.
Nu is het te laat. Er is geen traditionele conservatieve kandidaat, en er is geen kandidaat die veel enthousiasme opwekt. Obama is een stuk populairder bij zijn achterban. Degene die de Republikeinse nominatie krijgt zal van de achterban evenveel steun krijgen als McCain in 2008, en dat was niet erg veel. Men voelde zich niet vertegenwoordigd door McCain.
De eerste prioriteit van de Republikeinse kiezer is dat Obama’s Chicago Gang naar huis gaat. Wie hem zal opvolgen is daarbij van minder belang.