Veel roeriger kon dit weekend niet zijn. Cain en Romney komen er het beste uit, Perry en Obama het slechtst. De eerste twee wonnen: Cain in Florida en Romney in Michigan. Perry verloor in beide staten en Obama krijgt aan zijn zwarte achterban maar niet uitgelegd waarom zij leiden onder een werkloosheidscijfer dat bijna twee keer zo hoog is als voor heel Amerika (bijna zeventien procent; bij Obama’s aantreden ruim elf procent). Met veel gevoel voor drama en (eerlijk is eerlijk: weinig feitelijk bewijs) zou dit weekend wel eens historisch kunnen blijken. Dit is HET moment waarop we met de kennis van straks zullen zeggen dat de gouverneur van Texas en de huidige president hun campagne verloren.
Obama’s historische weekend ligt besloten in een poging zijn traditionele electoraat (weer) voor hem te(rug) winnen. Was zijn leiderschap in 2008 onder veel zwarten nog onbetwist, dit weekend smeekte hij de Black Caucus welhaast hem te volgen. En dat staat vreemd – een leider die zijn troepen aanspoort om de slippers te laten staan en ‘… put on your marching shoes. Shake it off. Stop complaining, stop grumbling, stop crying. We are going to press on. We’ve got work to do (…).’ Het afgelopen half jaar daalde Obama’s goedkeuring onder zwarte Amerikanen met maar liefst 25 procent.
Operation Vote, een polariserende campagnestrategie, uitgedacht door Obama’s campagneteam moet dat cijfer niet alleen opkrikken, het moet ook etnische minderheden winnen voor zijn presidentschap. Bouwde Obama in 2008 nog bruggen tussen minderheden, in 2012 richt zijn campagne zich vooral op de Joodse, Latijns-Amerikaanse en zwarte minderheid in Amerika. Zijn speech dit weekend was daarvan een voorbeeld – stop met zeuren en dan komt alles goed, hield hij tijdens het diner voor de Congressional Black Caucus zijn gehoor voor. Campagnemedewerkers zijn nu al het land ingetrokken om ook bij Latijns-Amerikaanse organisaties het economische programma van Obama onder de aandacht te brengen.
Voor Perry lijken de problemen niet veel kleiner. Hij verloor het debat met de andere GOP’ers in Flordia en de straw poll in Michigan. Perry werd tweede, achter Romney, met ‘slechts’ zeventien procent van de stemmen. Romney won een absolute meerderheid: 51 procent van de stemmen. Niet vreemd: Romneys vader was er in de jaren zestig gouverneur en zijn zoon is kind aan huis in de staat. Toch is zijn winst, een verschil met Perry van ruim dertig procent, aanzienlijk. En ook bij de straw poll in Florida kreeg Perry de handen niet op elkaar. Cain werd daar eerste, Perry weliswaar tweede (met 15,5 procent), Romney, die eerder besloot geen campagne in de zonnige staat te voeren, toch nog verrassend en overtuigend derde (met 14 procent). Romney scoort zonder campagne een aanzienlijk lager verschil met Perry dan Perry met campagne ten opzichte van Romney.
Commentatoren zoeken naarstig naar de reden voor deze plotselinge omslag in Perry’s kansen. Tot nu toe was Perry nummer één. Maar, blijkt na twee keer, zijn publieke optreden tijdens de debatten is niet om over naar huis te schrijven. Hij is in de verkeerde staat (te) hard over Medicare en Sociale Security (beide ongrondwettelijk) en een TEA Party-lieveling (net als Michele Bachmann). Argumenten, blijkbaar, om niet op hem te stemmen. Tenminste: dat mogen we op basis van dit weekend toch concluderen. Dus tóch Mitt Romney als kandidaat in de strijd tegen Obama? Met de kennis van straks waarmee we dit weekend kunnen analyseren: ja. De vraag is alleen wat die kennis van straks nu precies waard is. <<
Obama, en de Democraten in het algemeen, hebben het probleem dat zij nu snel de steun van de middenklasse verliezen. Die middenklasse doet zijn best aan het werk te blijven, en genoeg inkomen te verwerven om de hypotheek te betalen en de kinderen naar de universiteit te sturen. Tegenslagen horen bij het leven, maar een inspirerende leider kan veel doen om het volk te motiveren en hoop te geven. Zo’n leider is Obama niet. Hij komt niet veel verder dat de constatering dat alles de schuld van oud-President Bush is, en dat de TEA Party het land in gijzeling houdt, omdat die geen genoegen neemt met federale uitgaven waarbij voor elke dollar die wordt uitgegeven eerst 45 cent moet worden geleend. Steun zoeken bij jongeren en allerlei minderheidsgroepen zal Obama niet erg veel helpen, want hij zal grote moeite hebben die groepen naar de stembus te krijgen. Die zien immers geen enkele verbetering of licht aan het einde van de tunnel, en zullen vaak niet gaan stemmen. Het is nu mogelijk dat er volgend jaar sprake is van een Republikeinse President en een Republikeinse meerderheid in zowel het Huis als in de Senaat.
Herman Cain is de enige presidentskandidaat die wat aan Reagan doet denken. Cain zal nimmer de andere kandidaten aanvallen en heeft als een van de weinigen een consequent positieve boodschap, en een goed doordacht en uitgewerkt economisch plan. Cain is m.i. ook de meest sympathieke van de Republikeinse kandidaten, hij ligt goed bij de TEA Party, en hij heeft een levengeschiedenis die een uitstekend voorbeeld is van de American Dream. Zoals het er nu voor staat, zal ik in de primaries op Cain stemmen.
In elk geval is Herman Cain – en zijn overwinning in Florida – het levende bewijs dat de GOP of Tea Party niet racistisch is. Dat gedoe moet echt een keer voorbij zijn. Niet dat hij door de Black Caucus blij ontvangen zou worden…
Maar Peter, is Cain ook echt verkiesbaar….? Of is dat hetzelfde bezwaar dat er ooit misschien was tegen Reagan. En denken republikeinen dat hij ook echt verkiesbaar is?
Doorgaans is de President iemand die eerst gouverneur of senator is geweest. Men voert vaak als argument voor de onverkiesbaarheid van Cain aan dat hij nog nooit een politieke functie heeft gehad. Voor het partij-establishment zal dat wel een doorslaggevende reden zijn om hem af te schrijven, maar voor de gewone Republikeinse kiezer, en ook voor de TEA Party, werkt dat juist in Cains voordeel. Men heeft slechte ervaring met beroepspolitici en het vertrouwen in die groep heeft nu een absoluut dieptepunt bereikt. Wat het partijkader van de kandidaat vindt, interesseert mij eigenlijk niets. Als wij Cain kiezen, worden die wel gedwongen hem te steunen.
Cain legt er regelmatig de nadruk op dat hij geen politicus is. Hij spreekt ook niet als een politicus, en maakt alleen al daarom een verfrissende indruk. Cain is geen populist, en hij heeft het vermogen ingewikkelde zaken op eenvoudige wijze uit te leggen. Hij heeft ook verreweg de meest interessante biografie. Als je ziet waar hij vandaan komt, en wat hij in zijn leven heeft gedaan om te worden wat hij nu is, dwingt dat bij eenieder respect af. We moesten het maar eens proberen met iemand van buiten de politiek. Als small-government conservative volg ik uiteraard de kandidaten Paul & Johnson, maar met de filosofische, sectarische en weinig praktische lijn die Paul volgt, is hij volledig onverkiesbaar. Aan de verkiesbaarheid van Cain twijfel ik veel minder. Tot nu toe liep ik niet echt warm voor een van de kandidaten, maar nu is het voor mij Herman Cain. Alleen Chris Christie kan daar nog verandering in brengen.
Cain zat in het bestuur van de Fed (namens Kansas) en was daar een anti-inflatie havik. De man was niet alleen pizzaboer: http://www.washingtonpost.com/blogs/ezra-klein/post/department-of-things-i-didnt-know-herman-cain-edition/2011/08/25/gIQAnKvzyK_blog.html?wprss=ezra-klein