Mitt Romney voelde zich gisteren even president van Amerika. Hij keek, van de zijlijn, met enige distantie en af en toe zelfs een streepje compassie naar zijn directe concurrent Newt Gingrich. Het leek er op dat de voormalige Speaker of the House had gebloed in een vijver vol piranha’s. Het was echter het Sioux City Convention Center waar iedereen, behalve Mitt dus, Newt aan stukken probeerde te scheuren.
Natuurlijk ving ook Romney de nodige klappen op. Het thema van die aanvallen zijn gevoegelijk bekend: kan een man die zo vaak zo fundamenteel zijn mening bijstelt wel president worden? Nieuw is de framing van de kritiek op Gingrich. Zijn populariteit heeft hij volgens commentatoren vooral te danken aan zijn scherpe tong en retoriek. En zijn tegenstanders hebben daar al diverse malen onder mogen lijden. Tegelijkertijd is die scherpe tong ook zijn zwakte. Daar waarschuwde Politico-redacteur Joe Scarborough in oktober 2010 al voor, gisteren bleken de tegenkandidaten die column ook te hebben gelezen.
Newt was hem vergeten. Zo slikte hij, ook gisteren, zijn tong niet in toen zijn idee om rechters voor het Congres te kunnen dagen als ze datzelfde Congres in de wielen rijden, de revue passeerde. Dat voorstel stuitte op forse kritiek van rechtsgeleerden. Gingrich haalde adem, verbreedde de borst en improviseerde een harde belediging richting advocaten:
So I would suggest to you actually, as a historian, I may understand this better than lawyers. And as lawyers, those two attorneys general are behaving exactly like law schools, which have overly empowered lawyers to think that they can dictate to the rest of us.
Dergelijke kun-je-in-je-zak-steek-opmerkingen helpen het presidentiële imago van de kandidaat niet op te poetsen, eerder te besmeuren. En Gingrich besefte dat gisteren ook. Niet tijdens een strategisch overleg, maar live on stage:
You know (…) I sometimes get accused of using language that’s too strong, so I’ve been standing here editing. I’m very concerned about not appearing to be zany.
En daarmee verwees hij naar een opmerking van Romney in de New York Times. 19 dagen voor de eerste caucus in Iowa week Mitt gisteravond af de lijn die hij de afgelopen anderhalve week heeft ingezet: full throttle attacks. Die strategie is ingegeven door de plotselinge populariteit van Newt en dwong Mitt de aanval te openen. Niet vreemd dat media in de aanloop naar het debat gisteren ook van Mr. Goodhair het nodige vuurwerk verwachtten. En dat bleef dus. Om zo het verschil met straatvechter Gingrich nog maar eens te benadrukken.
In die presidentiële distantie hadden de overige kandidaten trouwens weinig zin. Zo vlak voor het moment supreme, de eerste caucus, slepen zij de messen. Ron Paul en Michele Bachmann pakte hard door op Gingrichs lobbywerk voor Freddie Mac (1,6 miljoen dollar). Newt ontkende. Bachmann pakte Gingrich aan vanwege zijn ‘zwakke’ standpunt jegens abortus toen Gingrich nog Speaker of the House was. Newt ontkende – Bachmann zou haar feiten niet op een rijtje hebben. Voor het eerst verschenen barstjes in de retorische teflon laag waaraan in het verleden niets bleef plakken. De beste remedie tegen retorisch geweld is … retorisch geweld. Wie de onaangename sfeer die dan ontstaat in de schoenen van de ander kan schuiven, scoort punten. En dat is de opvallendste observatie van gisteren – bloeden in vijver vol piranha’s is onverstandig. Ook als je Newt Gingrich heet. <<