De GOP-kandidaten hebben wat betreft één onderwerp natuurlijk allemaal boter op hun hoofd: het functioneren van ‘hun’ Congres. Vorige week peilde Gallup een all time low onder het Amerikaanse volk – ze waarderen de inspanning van de Congresleden nauwelijks. Slechts dertien procent was over hun vertegenwoordiging te spreken.
Zwartepieten
Wie treft deze blaam? De kandidaten wijzen allen richting Witte Huis – de president heeft de debt ceiling wel heel beroerd aangepakt. Ze zwijgen echter over de structurele drempels in het Congres die (daadkrachtige) wetgeving frustreert. Voordat een bill een law wordt, heeft-ie een zwaardere hindernisbaan afgelegd dan een gemiddelde Navy SEAL. Een geen van de kandidaten heeft een plan de campagne daar verbetering in aan te brengen.
Telt u mee? Hearing houden, debat op de vloer, zijn er genoeg mensen om te stemmen, is wetsvoorstel identiek met hetzelfde voorstel dat in de Senaat is ingediend, zo niet: conferentie, wetsvoorstel weer terug naar de vloer, zo wel: presidentiële contraseign. Alleen in het Congress moet een wetsvoorstel minimaal vier vetomomenten zien te overleven om als wet te worden aangenomen. En dat gebeurt dus niet vaak – denk aan de Health Care Act van Clinton en de slepende verhoging van de debt ceiling. Regelmatig duiken goede voorstellen maandenlang onder om langzaam weg te zakken in het debatmoeras.
*piep*
Politicoloog David McKay wijt in American Politics and Society de trage, ondoorzichtige en klungelige gang van zaken aan de hopeloze versnippering van Amerika’s belangrijke mede-wetgevers. Commissie, subcommissies, individuele leden en hun onderlingen wantrouwen weerhoudt daadkrachtig optreden en daar naar gevraagd is het Amerikaanse volk streng in haar oordeel: *piep* met peren.
Volgens McKay is dus geen sprake van een incident, maar van een structurele bakfout. Het wankele functioneren is niet te wijten aan Obama’s managementkwaliteiten, maar ligt besloten in de schoot van beide kamers zelf. Volgens de politicoloog wordt dat slechte functioneren ook nog eens versterkt doordat Senaat en Congres niet in staan zijn de uitvoerende macht van de president voldoende te controleren.
Gepolitiseerd
Beide kamers hebben veel zeggenschap over de benoeming van sleutelfuncties in de (uitvoerende) bureaucratie. Maar in plaats van het algemeen belang in ogenschouw te houden (kwaliteit van de personen), beslissen senatoren en congresleden veelal vanuit een persoonlijk en politiek belang bij de benoeming van bijvoorbeeld rechters in de Supreme Court.
Om de trage gang van zaken te compenseren, benoemen congres en senaat personen die het met hun eens zijn – van dezelfde politieke kleur of overtuiging. En als een benoeming misgaat (McKay haalt Nixons presidentschap als voorbeeld aan), zijn leden niet in staat om doortastend op te treden.
Vooruitziende blik
Leden uit beide kamers, dus ook de kandidaten die nu campagnevoeren voor hun kandidatuur, houden zo een inadequaat proces van (mede) wetgeving in stand dat zij bij gebleken gebreken niet kunnen repareren. In 2001 schrijft McKay, met vooruitziende blik:
Given de serious economic and international problems confronting the United States, the need for decisive and coherent policymaking is as great as ever. If Congress can contribute relatively little in this area, then this role must be played by that institution traditionally associated with national leadership – the presidency.