De balans tussen Amerika’s krimpende economie enerzijds en de presidentiële ambities anderzijds. Volgens Sebastian Mallaby (Director of the Maurice R. Greenberg Center for Geoeconomic Studies en Paul A. Volcker Senior Fellow for International Economics, Council on Foreign Relations) is het vinden van een balans tussen beide in een multipolaire wereld de belangrijkste uitdaging voor de nieuwe president.
Geen sinecure.
De Council on Foreign Relations heeft een leerzame en begrijpelijke video-serie gelanceerd: Campaign 2012. Daarin experts (en af en toe een kandidaat) die dieper ingaat op het buitenland beleid van de kandidaten en de ontwikkelingen in de wereld waarin zij een rol kunnen spelen. En die rol is voor de nieuwe president een hele lastige.
Amerika heeft zich diep in de schulden gestoken en er komt een tijd dat die schulden moet worden terugbetaald. Dat geldt overigens voor de meeste landen. Alleen hebben veel andere landen een veel lagere schuldenlast/BNP ratio dan Amerika. Met andere woorden: schulden hebben we allemaal, maar de Amerikaanse schuld is vele, vele malen groter. Het zal andere economiën dan ook veel minder tijd (en moeite) kosten om die af te lossen. Daar komt bij dat vooral opkomende economieën een jongere bevolking hebben en, dat verklaart hun snelle groei van de afgelopen decennia, meer hebben geïnvesteerd in technologie.
Mallaby vraagt zich af of bij die ontwikkelingen nog wel de unilaterale opstelling van Amerika past. Het komende tijdperk is er één van samenwerking, coalities en dwarsverbanden tussen en met andere staten die de internationale toekomst van Amerika zullen bepalen. Alleen al in (directe) relatie met China. Mallaby ziet met hen een bilaterale samenwerking als onvermijdelijk. Eén vraag blijft ook door deze expert onbeantwoord: wie van de kandidaten past het best bij dit scenario? CV-technisch heeft Huntsman de beste papieren. Hij was ambassadeur in China, spreekt de taal en is diplomaat. Probleem: weinig Amerikanen vinden dat ook. En niet China of een multipolaire wereld, maar ’s mens politieke populariteit geeft bij de verkiezingen de doorslag. <<