Stel je voor: het Nederlandse lijsttrekkerdebat is net afgelopen en een camerateam van de NOS laat de kandidaten links liggen. Ze lopen naar de spin room. Daar steken woordvoerders, campagnestrategen, hulpjes en stafleden van Rutte, Cohen, Roemer of Wilders een bordje in de lucht, alsof ze op Schiphol iemand komen ophalen. Ben je journalist en heb je een vraag? Dan schiet je één van de stafleden aan en die vertelt precies hoe hij het debat heeft beleefd. Ze wijzen je op de fouten van anderen, leiden de aandacht af van gestuntel van hun kandidaat.
Waarschijnlijk zal het al gebeuren, maar krijgen wij daar nooit de beelden van te zien. C-SPAN doet dat wel. Ruim anderhalf uur lang maken zij live televisie vanuit de spinning room na het CNN-debat eerder vorige week. Het is niet aan te raden om de gehele anderhalf uur te gaan bekijken. De beelden zijn weinig spannend (pratende koppen), de omgeving compenseert dat niet (staan ze nu in een fabriekshal?) en de audio is ronduit beroerd. Eerlijk is eerlijk – dat zijn de onderwerpen ook niet. De stafleden staan er natuurlijk vooral het ego van hun opdrachtgever op te poetsen. En de grote namen, Perry, Romney of Bachmann, komen zelden binnenlopen om nog eens spontaan met de verzamelde pers na te tafelen.
Het belang van C-SPANS feature event coverage is de transparantie. Met de huidige staat van de techniek is zichtbaarheid eenvoudig, goedkoop en voortdurend. Dat maakt kandidaten kwetsbaar. Gaffes liggen op de loer en internet heeft een olifantengeheugen. Eenmaal op YouTube is een blunder als een veenbrand. Je kan acute uitbraken nog wel bestrijden, maar het blijft smeulen. Die toegenomen zichtbaarheid leidt tot professionele reductie van onzekerheid. Met andere woorden: kandidaten doen er alles aan om onheil te voorkomen. Wie niet kan spinnen, kan niet winnen, lijkt het.
En we hoeven niet eens de wetenschappelijke literatuur in om een beeld te krijgen hoe dat gaat. Steeds vaker quoten heel verstandige mensen series of films om een beeld van de politiek of pers te schetsen. Eind jaren negentig was het Wag the Dog – het onwaarschijnlijke scenario van een spin doctor die een oorlog ontketend om een seksschandaal te verhullen. Later kwam het immens populaire West Wing dat presidentiële manipulaties (beter: die van zijn team) als uitgangspunt neemt. Twintig jaar eerder was het anders – zij het al even beperkt. In 1976 speelden twee journalisten de hoofdrol in All The President’s Men – Bernstein en Woodward ontrafelde samen het Watergate-schandaal en vlak voor zijn herverkiezing werd Nixon vanwege zijn betrokkenheid gedwongen af te treden. Redford en Hoffman speelden de archetypische onderzoeksjournalist waar geen moderne regisseur meer om heen kan.
Maar hoe is het dan echt in de pac? Hoe ziet die dagelijkse verhouding tussen pers en presidentiële kandidaten (in spé, zoals bij de GOP’ers nu) dan uit? Ondanks de toegenomen zichtbaarheid op al die YouTuibe filmpjes is vooral het Grote Overzicht nog voorbehouden aan de professionele persbureaus, kranten of omroepen. Laten we eerlijk zijn: wat zeggen al die schokkerige amateurbeelden over de kandidaten precies? Misschien is het beter om af te gaan op professionals. Zoals Alexandra Pelosi. Zij maakte in 2002 Journeys with George met haar handycam en schoot haar avonturen in de press pack tijdens George Bushs campagne van 2000. Pelosi volgt Bush ruim een jaar en legt alle ins en outs van zijn campagne vast. Hij wint langzaam haar hart. Zeker als ze voor haar verjaardag in het vliegveld naar weer zo’n saaie fotomomentje een taart van hem krijgt aangeboden en ze toch een traantje wegpinkt vanwege dit menselijke gebaar. Uiteraard vastgelegd op video. En guess what: George Bush Jr. verzon zelf de titel. <<